Vertrouwenscontactpersoon

De vertrouwenscontactpersoon kan worden benaderd door iedereen die iets met SHOT te maken heeft. Dus niet alleen alle senior- en jeugdleden, maar ook ouders van jeugdleden. Als je (als lid, trainer, commissielid of gewoon in de kantine) iets vervelends meemaakt dat jou persoonlijk raakt, kan je altijd één van de vertrouwenscontactpersonen bellen of mailen. Bijvoorbeeld bij seksuele intimidatie, pesten, discriminatie, agressie, geweld of als je je gewoon onzeker voelt bij SHOT. De te volgen procedure is dan als volgt:

  • Je meldt de klacht of frustratie bij één van de vertrouwenscontactpersonen, door een telefoontje, een mail of persoonlijk gesprek.
  • Bij een mailtje neemt de vertrouwenscontactpersoon zo snel mogelijk contact met je op en eventueel met de andere vertrouwenscontactpersoon of met het meldpunt van NOC/NSF om de situatie voor te leggen.
  • De vertrouwenscontactpersoon kijkt dan, indien mogelijk en noodzakelijk, samen met het Bestuur naar oplossingen of acties ter voorkoming van herhaling.
  • Daarna neemt de vertrouwenscontactpersoon nog een keer contact met je op.

Op dit moment zijn er twee vertrouwenscontactpersonen. Dit zijn Mirjam Kruiswijk (vertrouwenspersoon2@shot.nl) en Martin Briët (vertrouwenspersoon1@shot.nl, 035 – 603 55 95).

Het is ook mogelijk om de vertrouwenscontactpersoon van de NTTB in te schakelen. Deze vertrouwenscontactpersoon is telefonisch te bereiken op 06 – 3612 1487 of via e-mail: vertrouwenscontactpersoon@tafeltennis.nl 

Omgangsregels

Omgangsregels kunnen gezien worden als algemene uitgangspunten voor gedrag. In de sport is de relatie tussen de trainer en de sporter erg belangrijk. Daarom heeft de georganiseerde sport gedragsregels vastgesteld. Deze gedragsregels zijn gericht op trainers/coaches/begeleiders/kaderleden (verder in de tekst begeleider genoemd) en maken deel uit van het Tuchtreglement van de sportbond. De gedragsregels geven aan waar de grenzen liggen in het contact tussen begeleider en sporter.

Bij SHOT (S) gelden de volgende omgangsregels.

  • De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig kan voelen.
  • De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, én verder in het privéleven van de sporter door te dringen dan nodig is in het kader van de sportbeoefening.
  • De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.
  • Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
  • De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
  • De begeleider onthoudt zich van (verbale) seksueel getinte intimiteiten via welk communicatiemiddel dan ook.
  • De begeleider zal tijdens training, wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of de hotelkamer.
  • De begeleider heeft de plicht – voor zover in zijn vermogen ligt – de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken, opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.
  • De begeleider zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan.
  • De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien de begeleider gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragsregels zal hij de daartoe noodzakelijke actie(s) ondernemen.
  • In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.
  • Bij trainingen voor de jeugd zijn te allen tijde minimaal twee volwassenen in de zaal (of de aangrenzende kantine) aanwezig.